dinsdag 15 december 2015

Suikerbrood en Christmas Carols in La France Profonde



December 2015 in Cazals. Twee mooie zang-, eh, events, zo kunnen we ’t eigenlijk best noemen. De Singalong Christmas Special op 5 december is al een mooie opmaat naar het feestelijke kerstconcert-met-lampion-optocht-vooraf van La Chorale de Cazals.
Een Singalong is toegankelijk voor iedereen – pretentieloos een middagje lekker zingen in de plaatselijke Salle des Fêtes. Liedjes uit de sixties, seventies en eighties en in december doorspekt met wat Christmas Carols en I’m Dreaming of a White Christmas. Het verbaast me steeds weer hoe goed het klinkt, zo’n samengeraapte Singalong-groep. Per definitie samengeraapt want iedereen mag meedoen. Er is een harde kern Singalong-gangers en er zijn steeds wat nieuwe mensen die een middagje nostalgie en jeugdsentiment wel zien zitten. Elkaar kennen of uitgebreid praten over achtergrond, werkzaam leven of huis & tuin hoeft niet. Eén doel: zingen. Iedereen die komt, heeft diezelfde focus. Ik voel me net een jukebox als ik een intro op de piano speel en hoef niet eens de inzet aan te geven. Die liedjes (en in december de Carols) zitten in de genen en iedereen begint gewoon te zingen vanuit de tenen. Sommigen met de ogen dicht, anderen swingend vanuit de heupen, weer anderen stilletjes met hun neus in het vel papier met de tekst.

De laatste activiteit voor de kerst-stop is het concert van La Chorale de Cazals. Dit jaar voor de tweede keer met lampionoptocht à la Rattenvanger van Hamelen. Mèt twee koorzangers die helemaal uit Nederland zijn toegesneld om het spektakel mee te maken, gewapend met Friese kruidkoek en suikerbrood. Daar maak je in Frankrijk vrienden mee. 

Zondagnamiddag (vijf uur is een hele normale tijd om iets te organiseren) verzamelen de eerste toeschouwers zich bij de Salle des Fêtes. We wachten tot het gaat schemeren, steken de uitgedeelde lampion aan (kinderen) of zelf meegenomen lantaarn (grote mensen) en volgen het zingende koor door de straatjes van het dorp, langs en onder glinsterende lichtjes en knipperende kerstbomen naar de kerk op de heuvel, even buiten het dorp. Omdat Cazals net als de rest van Zuidwest Frankrijk verder maar matig verlicht is, is de werking van de lantaarns maximaal. Sprookjesachtige schijnsels schuiven de inmiddels donkere heuvel op, richting église.

Een groot deel van het publiek heeft de optocht wel gezegend gevonden en zit al in de banken. Buiten worden lantaarns gedoofd en de lampiondragers schuifelen naar binnen. De kerk komt mudjevol te zitten. Nu komen de koorzangers nu in actie volgens een vooraf geoefend plan: de kerk binnen stuiven, alle jassen, mutsen en tassen in de sacristie van vijf vierkante meter proppen, map in de linkerhand tegen het lichaam klemmen en zo cool mogelijk opstellen rondom het altaar en tussen alle groenblijvende versieringen. De mevrouw die gewoontegetrouw de kerststal creëert, heeft het dit jaar zo bont gemaakt dat het koor zich tussen kiezelpaadjes, berkenboompjes en moshoekjes in moet wringen, op het gevaar af te blijven hangen aan takken en slingers en rondzwevende engeltjes. Zelfs de kansel gaat schuil achter een waterval van klimop.

Wanneer alles staat, zet een ijle sopraanstem de eerste regel in en is het meteen doodstil in het publiek. Puer nobis nascitur, rector angelorum. Het koor antwoordt en daar gaat het concert los. We hebben goede ervaringen met Geen Praatjes Tussendoor. Programmaboekje en een uur lang non-stop muziek. Christmas-carols, Franse tambourijnliedjes, een mengeling van de twee: Franse tekst op een Engelse melodie, of de coupletten van een lied in meerdere talen. Dat culmineert met de hele kerk die het op een zingen zet bij Douce Nuit – Stille Nacht – Silent Night.

Eigenlijk is er maar één reden waarom zoiets kan, een concert in december. Cazals heeft als een van de weinige kerken verwarming. Publiek en koor zitten onder enorme rode gloeispiralen als kippepootjes onder de grill. Want ook in de Lot is het berekoud als het echt winter wordt.

donderdag 10 december 2015

Waarom we zingen



De tekst van een vrolijke Duitse canon gaat zo: ‘Wo man singt, da lass dich ruhig nieder, böse Menschen haben keine Liehiehiehiehieder, sondern nu ein Radio- oder Fernsehapparat.’ In het Nederlands zeggen we dan: Zingen verbroedert (m/v). Wie zingt, heeft geen tijd voor negatieve gedachten in wat voor vorm dan ook. De zangers in La Chorale de Cazals, mijn veertigkoppige koor dat nu drie jaar bestaat, laten dat ook steeds heel mooi zien, of eigenlijk horen. Een avondje hard repeteren en lekker zingen werkt bevrijdend en maakt blij. 

Een koor is een sociaal wezen. Omdat zingen immers verbroerdert, weet ik van veel mensen wat hen beweegt en bezighoudt. En omdat ik ‘de juf’ ben, wordt me ook verteld wat het zingen daarin voor hen betekent. Als Josée zingt, voelt ze haar heimwee naar haar thuisland België niet. Ook Jennifer voelt dat het koor haar een reden geeft om niet zoveel met ‘thuis’ bezig te zijn, en in plaats daarvan serieuze pogingen te doen om echt te wortelen in haar nieuwe omgeving. Nancy, een Engelse die binnenkort een zware operatie moet ondergaan, zingt de sterren van hemel nu het nog kan, tot ze aan het einde van een repetitie rode koontjes en stralende ogen heeft. Nicole, die al zingend de emotie voelt opkomen rondom haar zieke schoonzoon, zegt: ‘Ik gooi het verdriet er gewoon uit.’ Een 76-jarige ex-windsurfer uit de States heeft het zingen ontdekt als vervanging voor het sporten (It just feels so cool!). Een nuchtere Britse zegt alleen maar: ‘Ik zing om psychisch gezond te blijven.’

Homo ludens is homo cantans. Herinner je de liedjes die je vroeger bij het spelen zong. Of het zingen bij de afwas, waardoor afwassen gezellig werd (mijn afwasmachien moet al drie jaar geïnstalleerd worden maar ik vraag me af of het er ooit van komt). Om nog maar te zwijgen van de liedjes op school, in de kerk. Ik zou hierbij dan ook een oproep willen doen aan iedereen die dit leest om de oude liedjes uit dat hoekje van je brein te trekken, de spinnewebben eraf te strijken, het stof eruit te slaan en ze te zingen. Samen met andere zul je tot een indrukwekkende lijst komen èn en een leuke avond hebben. Ken je die nog? Oh ja, en hoe ging die ook weer. Met de feestdagen in het vooruitzicht heb je al een mooie kapstok voor het genre. Organiseer eens een avond met alleen maar zang in plaats van borrelpraat. Wedden dat je lange tijd niet zo gelachen hebt.

Nog eentje dan. Jannie, een extraverte Nederlandse die trouw mijn Singalongs-for-everyone bezoekt (eens in de twee maanden pop uit de jaren zestig, zeventig en tachtig zingen op zaterdagmiddag in Cazals) roept steeds weer: ‘Ik ben natuurlijk een brommer, maar ik vind het zo LEUK!’ Als je vroeger te horen hebt gekregen dat je bromt, vals zingt of maar beter kunt playbacken als de klas zijn zanguurtje heeft, is de kans groot dat je op dit moment niet durft te zingen en nog steeds je mond houdt als anderen losbarsten in gezang. De kans is ook groot dat je helemaal niet zo vreselijk zingt als men je vroeger vertelde. Weet je, zing gewoon. In de auto of onder de douche. Kan jou het schelen. Iedereen heeft het recht om te zingen.
 
Daarnaast heb ik Jannie nog nooit horen brommen. Ze zingt al die bekende liedjes uit volle borst en is gewoon blij dat ze besloten heeft toch haar mond open te doen. ‘Wo man singt, da lass dich ruhig nieder.’ En zing lekker mee.

Ik krijg graag reacties van iedereen die een zang-avondje heeft gedaan. info@papageno.net
Anke de Bruyn is piano- en zangdocent op de grens van de Lot en de Périgord.
 
 







 



P.S. alle namen zijn gefingeerd, behalve dan die van mij.
P.P.S. deze column verscheen in Drop of Stroopwafels, tijdschrift voor Nederlanders in Frankrijk.
© 2016 Anke de Bruyn. All rights reserved.