woensdag 17 september 2014

Groene salade met zonder brandnetels

Hier op de campagne kun je gerust kruiden plukken. Zelfs langs de hoofdweg waar ons huis aan ligt – dertien auto’s per dag waaronder vijf werkverkeer vice versa en ongeveer de rest per ongeluk of op bezoek – jaag ik op brandnetels, duizendblad, bramen en rozebottels.

Zo wilde ik vanochtend een mandje met brandnetels afknippen en kon ik nergens wat vinden. Jean-Pierre onze gemeentewerken-man had met zijn snoeimachien alle bermen van het dorp platgelegd. Het rook nog wel een beetje naar brandnetel, dus ik was net een half uurtje te laat. Ook rook ik nog de dieseldampen van zijn witte Citroënnetje C15, maar dat kwam doordat hij bij de kerk met iemand stond te kletsen en me enthousiast zwaaiend begroette toen ik de heuvel op kwam lopen met mijn mandje, op zoek naar iets wat er niet meer was. Dus kletsten we samen wat, klopte ik het stof uit zijn herdershond en schoof ik gewoontegetrouw nog even de 800-jarige kerk in die, sinds Raymonde de sleuteldraagster vorig jaar overleden was (en die het halve dorp in bezit bleek te hebben! Nu hangt er op ieder tweede huis een bordje A Vendre), gewoon open is en toegankelijk voor iedereen die wat serene stilte zoekt. Ik zing als ik er kom steeds dezelfde frase, een klein gregoriaans stukje Ave Maris Stella, denk aan mijn oude vader en loop dan weer de zon in.

Nu op zoek naar mijn door Jean-Pierre afgesnoeide brandnetels. De enige kans had ik misschien nog in het weiland dat aan de kerk grensde. Dit weiland ligt net boven het weiland waarin wij onze blokhut gebouwd hebben en is dus buurland. Ik kom er nooit. Maar het is een avontuurlijk stukje: er lopen reeën, er tjirpen krekels, er liggen resten van een kasteel dat zoals veel andere kastelen ten tijde van de Franse Revolutie in de as werd gelegd. Pardon, niet helemaal: in ons dorp zijn nogal wat eenvoudige huizen met chique gevelstenen. Men zegt dat die van het kasteel komen.
Goed, geen brandnetels natuurlijk, die staan niet midden in een weiland. Maar wel iets anders, namelijk wilde venkel. Tenminste, ik geloof dat het wilde venkel is. Hoe dan ook, het blad afgeknipt en in de komkommersalade verwerkt want het smaakt precies naar dille die een beetje aan de harde kant is. Lekker! Morgenvroeg ga ik weer. Het weiland is immers ook eigendom van Raymonde, en die is er niet meer om te controleren wat voor rapalje er allemaal op haar terrein rondbanjert.

Recept dus voor lekkere frisse salade.
Maak een vinaigrette van noten- of olijfolie, mosterd, azijn, suiker, eventueel een snuifje zout. Was en droog biologische bladsla, meng met ringen rode ui en fijne komkommerschijfjes en hussel de vinaigrette erdoorheen en leg in
een mooie ondiepe schaal. Leg daar verbrokkelde geitenkaasjes bovenop. Rooster in een pan zonnebloempitten, kummel en korianderzaadjes, blijf erbij tot ze kleuren en geuren en schep ze vlak voor het serveren op je salade. Wat dille / venkelgroen / peterselie eroverheen sprenkelen.