woensdag 10 december 2014

C'est l'hiver!

Een beetje koud is het nu wel in het paradijs. We brengen bij de buurman tweehonderd meter verderop, boer Patrick en zijn Nanette, een flesje wijn en een ronde boeren-Gouda in feestverpakking in ruil voor de ladingen snoeihout die we van hun land hebben weggesleept afgelopen zomer. Waarschijnlijk kunnen we er de hele winter van stoken, zij het dat er wel steeds iemand thuis moet zijn omdat de kachel elke twintig minuten aanvulling wil. De dikke eikenblokken kunnen wel even wachten. Die liggen nu onder de bomen aan de rand van het weiland onder een zeiltje de winter door te komen.

En met recht ‘doorkomen’ want het is koud en nat! Een plakkerige ijsregen heeft zich meester gemaakt van de heuvel waar ons dorp ligt. Alle twintig inwoners van centre ville zijn overgeleverd aan gure noordenwinden en dan weer slagregens vanuit het zuiden. We halen kruiwagens vol met hout van het weiland waar de wind en de regen je om de oren slaat, storten het hele zaakje in de schuur en worden dan vanzelf warm van al het gezaag. Tussendoor dienen zich zang- en pianoleerlingen aan.

En dan einde dag, ietsje donkerder dan de middag en de ochtend die ook al donkergrijs waren, de adventskaarsen aan, biertje met nieuwe walnoten uit Marminiac en voor het avondeten flinterdunne bavette van slager Cabanel uit het dorp aan de voet van de heuvel, die je op dit tijdstip, alvorens iets te kunnen bestellen, uit de kroeg naast de slagerswinkel moet halen. Niet dat hij een drinkebroer is. Het is gewoon einde dag en het is mauvais tammm dus wat wil je. (Voor meer over dit merkwaardige accent van de streek, klik hier.)

Maar even terug naar het begin – we waren dus bij Patrick en Nanette. Twee seconden na onze onaangekondigde binnenkomst heeft Nanette de TV uit en de glazen op tafel. Een hele hoop misbaar dat zo’n cadeau toch niet had gehoeven, immers hout delen, c’est normal en we zijn toch buren. Een doosje met apéro-zoutjes is opengetrokken en na nog een keer met de ogen knipperen staan er vier flessen drank op tafel. De onvermijdelijke Ricard, een fles rosé van de buren op Moncalou (die iedereen van ons in huis moet hebben anders ben je niet geïntegreerd) en twee flessen met ieder een pleister als etiket. Op de ene staat ‘vin de pêches’ (perzikenwijn) en op de andere ‘vin de noix’ (walnotenwijn). Die moeten we proeven dus worden er per persoon twee wijnglazen neergezet.

We hebben vaker notenwijn gedronken: iedereen maakt ‘m en je koopt ‘m natuurlijk ook in de supermarkt. Walnoten zijn als foie gras maar dan diervriendelijker – een echte specialiteit van de streek.

Deze vin de noix is de lekkerste die we ooit gehad hebben. Nanette trekt een heel bescheiden gezicht en geeft de schuld aan haar broeljong (‘brouillon’ is een kladpapiertje, in dit geval met het accent van het zuiden èn afkomstig uit Nanettes receptenboek). Er gaat een liter Cahors-wijn in, ¾ liter eau de vie (moet je bij de apotheek halen), 300 gram suiker, een snuifje nootmuskaat en twee fijngestampte kruidnagelen.

De grootste verrassing is dat er in het recept helemaal niet de walnoten staan zoals wij die kennen, maar de groene, onrijpe die je van de boom moet trekken. Om de ontzetting compleet te maken, zit in de vin de pêches geen perzik maar het blad van de perzik. Hoe verzin je het. En de smaak… sterk en toch zacht en vooral heel puur. Ik raak er gewoon ontroerd van. Hebben wij weer. Het ene avontuur na het andere. Niet altijd even fijn, zoals iedereen op televisie kan zien bij Ik vertrek en zoals we zelf ook meemaken en hebben meegemaakt.

Maar er gaat geen dag voorbij of er is wel weer een mandje met zegeningen te tellen. Ook, overigens, zoals bij iedereen. 


zaterdag 15 november 2014

Blaffende auto's

Na regen komt een hele mooie herfstdag. Zo mooi dat het tijd is om wijn te gaan halen in Puy l'Evêque. Hier in het zuidwesten stap je voor je plezier in de auto. Omdat het weekend is, lijkt de weg wat drukker dus ik kom in een half uur rijden maar liefst 11 auto's tegen. Daar zitten ook jagers bij in hun vier-keer-viers of (meestal) in een wit busje, oudere types zoals Citroën C15 of Renault Expresjes, maar wel allemaal wit.

Puy l'Evêque aan de Lot
De honden gaan ook mee en zitten nog net niet achter het stuur. Ze hebben echter wel een eigen auto: dankzij het gebrek aan wegenbelasting bezitten mensen hier een auto voor netjes, een auto voor boodschappen (aftrappertje of erfenis van opa) en een auto voor de hond. Die laatste categorie is doorgaans het leukst om te zien: stel je een afgekloven auto voor en maak het dan in gedachten drie keer zo erg, dan kom je in de buurt.

Hondenauto's hebben meestal geen achterbanken meer en zijn volledig kaalgekrabd tot op het glimmende plaatwerk. Om van de buitenkant nog maar te zwijgen: onder de deuken, alsof de hond er rijles in heeft. Ik heb een hondenauto gezien waarvan een deel van het dashboard, de ruitenwisserschakelaar en de versnellingspook opgevreten waren. Bij navragen bleek dat het per ongeluk niet de hondenauto, maar die voor netjes betrof waar Gloria, een schat van een Duitse herder, even alleen in was gelaten.

Maar goed, een ritje van een half uur, al dan niet in een blaffende auto, is een genot. De herfstkleuren gaan schitterend samen met de gele stenen van de huizen en kerkjes. Zeeën van bloemen op de eeuwenoude kerkhoven omdat het net Toussaint is geweest.

Kasteel Les Grèzes bij Puy l'Evêque
Maar waar ik absoluut niet op voorbereid was: de kleuren van de wijngaarden aan de Lot. En voor het eerst sinds de vijf keer dat ik hier geweest was, viel mijn oog ineens op een door de zon beschenen kolos ergens tegen een heuvelwand geplakt: het veertiende-eeuwse kasteel van Les Grèzes. Meteen maar even heen gereden. Het was toch zondag en dan moet je vrij nemen.

Gewoon altijd zó druk met werken dat we bijna vergeten toerist te zijn in eigen land.

Om te zien wat je zoal bij de genoemde wijn kunt eten: klik voor recepten: konijn met mosterd en sojasaus | kip met kweepeer of appel | groene salade met zonder brandnetels | Wiener Schnitzel | spinazie op z'n Italiaans | gevulde groenten | salade gourmande | gevulde kip | zomerse pasta met gerookte forel


Bidden en drinken op z'n Occitaans

Inmiddels zijn de zangers van het Pays Bouriane (de kleine streek waar o.a. Cazals ligt) weer aan een nieuw seizoen begonnen. De zang- en pianolessen en een cursus Van Blad Zingen zijn gestart, ik coach een Franse gospelgroep met zeven zangeressen. La Chorale de Cazals, mijn koor dat tijdens de zangvakanties van 2014 heeft meegezongen en erg veel plezier heeft gehad met de Nederlandse vakantiezangers, is het seizoen gestart met bijna veertig leden. Meer over waarom zangers zoveel plezier hebben, cliquez ici.

Als eerste bijdrage aan het gemeenschapsleven van de omliggende gemeenten hebben we opgetreden in de prachtige kerk van Montcléra.

Het was ter gelegenheid van de jaarlijkse mis in het Occitaans, het plaatselijke 'patois'. We verstonden af en toe een woord en de priester sprak ons een paar keer vriendelijk aan in het Frans. Verder zongen we onze liedjes wanneer we een seintje kregen en verliep de mis in een vrolijke chaos - want ook een groot deel van de Franse congregatie verstond er geen klap van.

De echte katholieken zongen braaf op tijd 'alleluia' en 'amen' en 'sanctus' maar het klonk dunnetjes omdat niet alle aanwezigen zo geroutineerd waren.

Toen na de zegen van de priester (ik denk tenminste dat het de zegen was) een meneer naar voren stapte en voor de microfoon zijn keel schraapte, ging er een geroezemoes door de kerk heen. Hij haalde diep adem en zette uit volle borst het Occitaanse volkslied in. Bijna iedereen viel in en de rest zong lalala, de melodie is immers niet moeilijk. Ineens werd er niet meer dunnetjes gezongen. De kerk dreunde van al dat vocale geweld. Er werden zelfs tweede en derde stemmen aangeheven.

Toen het lied afgelopen was, stroomde de kerk verdacht snel leeg. Op de heuvel bij het kasteel wachtte het apéritif, dat wist iedereen natuurlijk maar al te goed.

maandag 3 november 2014

L'occitan - of is het patois?



overal vind je het trotse occitaanse kruis terug
Het occitaans, of langue d’oc, is een cultureel stokpaardje in Zuidwest-Frankrijk. Ik lees op de voorpagina van de Roulotte, het regiokrantje van de culturele Lot: ‘Het occitaans loopt als een rode draad door traditie en moderne tijd, het immateriële erfgoed van de Causses du Quercy (dat is weer een soort subregio, zoals in de Dordogne de Périgord). Al duizend jaar laat de taal zijn sporen na in de teksten, verhalen en liederen van de streek.’
Het occitaans schurkt tegen Spaans en Italiaans aan, met afhankelijk van bij welk land je het dichtst in de buurt woont, meer of minder invloeden van die talen. Als je het leest, en je weet iets van romaanse talen, is het nog best te volgen. Onmogelijk te verstaan natuurlijk (soort van Italiaans uitgesproken op z'n Frans vergezeld van keel-achtige oerklanken) maar wel lekker om te zingen. Overigens zeggen veel locals dat ze geen occitaans spreken, maar patois. ‘Occitaans, dat is, eh…’ de oude Francine rolt met de ogen, ‘dat is een beetje anders. Minder van hier.’ Ik probeer begrijpend te knikken. 'Hier' en 'daar' is dan misschien het lands-taaltje dat per dorp verschilt en het occitaans waar de cultuurbeschermers van de stad mee bezig zijn.... Ik weet het niet en zal er misschien ook nooit achter komen.

De hele Midi-Pyrenées liggen bezaaid met liedjes. Ik voel me net een liedjes-schatgraver als ik door het landschap rijd met alle raampjes omlaag . De wind draagt de melodieën aan. Een oud vrouwtje spreekt me aan met scherpe, onfranse klanken en een rollende r. Een zangeres vertelt over de merkwaardige dansante en toch religieuze liederen die de pelgrims in deze streek hebben gebracht. Af en toe krijg ik geheimzinnige aanwijzingen: iemand fluistert ‘in St. Martial de Nabirat woont een troubadour’ of ik zie op zomaar een tijdschriftje een logo met daarop de Rossinhol, de nachtegaal die in zoveel liedjes voorkomt.

Ik hou de oren open.

zaterdag 20 september 2014

Even iets anders dan eten

Omdat we niet altijd kunnen eten, zingen en ons vergapen aan het Franse leven, volgt vandaag een klein filmpje met sfeerfoto's van La Douce France. Meer video's op het bijbehorende Youtube-kanaal. Enjoy! 



... En wil je je toch vergapen aan het Franse leven, dan zijn er wat voorbeelden uit het archief, bijvoorbeeld De nieuwjaarsreceptie, een hilarische bijeenkomst voor heel klein en stokoud, en het korte verhaal Hergebruik waarin we te weten komen hoe de slager eigenlijk over ons denkt. Veel plezier bij het doorbladeren van deze blog!

Coing

Van het zuidwesten tot aan de Pyreneeën heeft de Fransman een merkwaardig accent. En misschien mogen we helemaal niet stellen dat het om een Fransman gaat, want het gebied dat we tegenwoordig kennen als Dordogne, Lot, Aveyron, Provence en verder zuidwaarts tot aan de Spaanse grens heette nog niet zo lang geleden grotendeels ‘Occitanië’ en was best wild. Misschien moeten we dus occitaniërs zeggen; ‘Mensen van Oc’ klinkt ook poëtisch en sluit aan bij Langue d'Oc.

Hoe dan ook, het zuidwesten deed er lang over om ontsloten te worden (voor 'ontsloten' lees: 'zichtbaar gemaakt voor het Parijse goevernement'). Het verhaal wil dat pas halverwege de negentiende eeuw mensen uit hun grotwoningen werden gehaald – zogenaamd omdat op een kluitje wonen in een vochtige grot niet goed voor de gezondheid was, maar natuurlijk ging het erom het aantal belastingbetalers te achterhalen, daar in de kalkholen van de France Profonde.

Iets van dat woeste leeft nog voort in het accent, dat zangerig is met soms een rollende r. Kenmerkend en leuk is dat de neuzige klank helemaal afwezig is. Je kunt het daardoor beter verstaan en het klinkt erg schattig. ‘Pain’ wordt pèng, ‘bien’ wordt bjèng, ‘coin’ wordt ‘koe-èng’ – niet te verwarren met ‘coing’, dat hetzelfde wordt uitgesproken en niet ‘hoek’, maar ‘kweepeer’ betekent. En laten die nou net rijp zijn.

Van een Canadese Française – je komt hier van alles tegen – kreeg ik dit recept en drie dikke kweeperen. ‘They look terrible,’ zei ze verontschuldigend, ‘but you just gotta know how-da use them and they’ll be real good’. Hier komt de gebruiksaanwijzing.

Leg voor vier personen twee kippepoten in een ovenschaal. Vraag of de slager ze door de helft knipt, dat eet makkelijker. Omring het vlees met halve uitjes en schijfjes kweepeer (je kunt ook appel gebruiken). Meng in een kopje olijfolie en water en kwast dat over alles heen. Maal er wat zout overheen. Ook erg lekker bij kip en zoete bijlagen is het kant-en-klare mengsel van peper, knoflook en citrusvruchten van de Fair Trade, in een pepermolentje.

Zet je oven op 160 graden en laat je schotel langzaam goudbruin garen. Hou hem in de gaten, vul eventueel aan met wat water. Voor het serveren schep je het vlees op een mooie schaal. Uitjes en kweeperen schep je in een pan waar je in kunt bakken. Even hoog aanbakken voor een mooi kleurtje.

Heerlijk met een groene salade met avocado en peterselie. En een straffe Cahors-wijn natuurlijk.

woensdag 17 september 2014

Groene salade met zonder brandnetels

Hier op de campagne kun je gerust kruiden plukken. Zelfs langs de hoofdweg waar ons huis aan ligt – dertien auto’s per dag waaronder vijf werkverkeer vice versa en ongeveer de rest per ongeluk of op bezoek – jaag ik op brandnetels, duizendblad, bramen en rozebottels.

Zo wilde ik vanochtend een mandje met brandnetels afknippen en kon ik nergens wat vinden. Jean-Pierre onze gemeentewerken-man had met zijn snoeimachien alle bermen van het dorp platgelegd. Het rook nog wel een beetje naar brandnetel, dus ik was net een half uurtje te laat. Ook rook ik nog de dieseldampen van zijn witte Citroënnetje C15, maar dat kwam doordat hij bij de kerk met iemand stond te kletsen en me enthousiast zwaaiend begroette toen ik de heuvel op kwam lopen met mijn mandje, op zoek naar iets wat er niet meer was. Dus kletsten we samen wat, klopte ik het stof uit zijn herdershond en schoof ik gewoontegetrouw nog even de 800-jarige kerk in die, sinds Raymonde de sleuteldraagster vorig jaar overleden was (en die het halve dorp in bezit bleek te hebben! Nu hangt er op ieder tweede huis een bordje A Vendre), gewoon open is en toegankelijk voor iedereen die wat serene stilte zoekt. Ik zing als ik er kom steeds dezelfde frase, een klein gregoriaans stukje Ave Maris Stella, denk aan mijn oude vader en loop dan weer de zon in.

Nu op zoek naar mijn door Jean-Pierre afgesnoeide brandnetels. De enige kans had ik misschien nog in het weiland dat aan de kerk grensde. Dit weiland ligt net boven het weiland waarin wij onze blokhut gebouwd hebben en is dus buurland. Ik kom er nooit. Maar het is een avontuurlijk stukje: er lopen reeën, er tjirpen krekels, er liggen resten van een kasteel dat zoals veel andere kastelen ten tijde van de Franse Revolutie in de as werd gelegd. Pardon, niet helemaal: in ons dorp zijn nogal wat eenvoudige huizen met chique gevelstenen. Men zegt dat die van het kasteel komen.
Goed, geen brandnetels natuurlijk, die staan niet midden in een weiland. Maar wel iets anders, namelijk wilde venkel. Tenminste, ik geloof dat het wilde venkel is. Hoe dan ook, het blad afgeknipt en in de komkommersalade verwerkt want het smaakt precies naar dille die een beetje aan de harde kant is. Lekker! Morgenvroeg ga ik weer. Het weiland is immers ook eigendom van Raymonde, en die is er niet meer om te controleren wat voor rapalje er allemaal op haar terrein rondbanjert.

Recept dus voor lekkere frisse salade.
Maak een vinaigrette van noten- of olijfolie, mosterd, azijn, suiker, eventueel een snuifje zout. Was en droog biologische bladsla, meng met ringen rode ui en fijne komkommerschijfjes en hussel de vinaigrette erdoorheen en leg in
een mooie ondiepe schaal. Leg daar verbrokkelde geitenkaasjes bovenop. Rooster in een pan zonnebloempitten, kummel en korianderzaadjes, blijf erbij tot ze kleuren en geuren en schep ze vlak voor het serveren op je salade. Wat dille / venkelgroen / peterselie eroverheen sprenkelen.

dinsdag 16 september 2014

Zangers zijn jolly


Zingen is goed voor je. Dat kan ik als zangjuf natuurlijk makkelijk zeggen want zingen is mijn grote passie en een levensbehoefte. Maar iedereen die wel eens in een koor, kerk of groep gezongen heeft, weet het ook: van zingen ga je lachen, je staat met opgeheven hoofd, je wordt er energiek van, je gaat stralen, het doet je echt goed.
Hoe komt dat?

Het feit dat zangers jolly people zijn (zoals mijn eerste, Canadese zangdocente altijd zei), heeft deels te maken met ademhaling en de opname van zuurstof in het bloed. Wie zingt, krijgt vanzelf behoefte om dieper te ademen. En omdat we doorgaans te oppervlakkig ademhalen, merken we daar onmiddellijk de effecten van. Een belangrijk effect is dat stress en spanningen verdwijnen. 

Ook is er onderzoek gedaan naar het verband tussen muziek (ernaar luisteren en zelf zingen) en de aanmaak van endorfinen, stoffen die in de hersenen worden afgescheiden en voor een geluksgevoel zorgen. Die endorfinen kwamen vrij bij de onderzoeksgroep die naar muziek luisterde, maar de groep die zelf ging zingen, had nog weer een aanzienlijk hoger gehalte van deze stoffen in het bloed!

Een ander deel van de verklaring waarom zingen zo weldadig is, ligt meer op het spirituele vlak. Vooral het samen zingen, al dan niet meerstemmig, geeft een gevoel van diepe verbondenheid. Samen zingen is een vorm van communicatie die op een heel ander niveau ligt dan met elkaar praten. ‘Muziek begint waar woorden ophouden,’ zei de Duitse dichter Heinrich Heine. Misschien kunnen we het vergelijken met het gehuil van een troep wolven. Het samen geluid maken op zo’n hoog trillingsniveau verbindt je als groep, geeft een veilig gevoel en ontspant. Dat vind ik gewoon magisch.

Ik merk het steeds weer wanneer ik met groepen werk, of dat nu een bestaand koor is of een groep individuen die aan workshops of zangvakanties meedoen. Grenzen van leeftijd, talent, opleiding en overtuiging vallen weg. Mensen die elkaar niet kenden, hebben halverwege dag één al een vanzelfsprekend, ontspannen contact, zonder dat ze veel van elkaar weten. Dat hoeft ook niet. Ze hebben maar één ding van elkaar nodig: hun stem. En als die eenmaal geklonken heeft – hoog of laag, helder of donker, formidabel of gewoon – zijn alle feel-good ingrediënten aanwezig.

Je stem laten klinken kan eng zijn. Maar wie de drempel over durft, de mond open doet, kan maar één kant op: verder vooruit. Dus zet je mond open, ook als je denkt dat je stem niks bijzonders is. Als je van zingen houdt, moet je zingen. Je stem delen. Zelfs als je je afvraagt wie daar op zit te wachten. Laat je verrassen! Er zijn een heleboel andere stemmen die erop zitten te wachten om zich met die van jou te verbinden. 

woensdag 3 september 2014

Lifelong fun: één keer niet uit eten en een keyboard kopen!

Casio SA-46. Fijn voor partijstudie of om noten te leren lezen
Wow. Ik heb mezelf op een klein keyboard getrakteerd. 'Casio' intikken op Amazon, horloges negeren en het goedkoopste keyboard aanklikken en betalen. Het was de Casio SA-46 32 toetsen, een schattige mini-synthesizer. Helemaal in de middle of nowhere (grens Lot-Dordogne) keurig binnen twee dagen afgeleverd en sindsdien zit ik met een brede grijns met een keyboard op schoot.

Ik kan 'm aan alle (koor)zangers aanraden. Als je piano speelt, is hij heel nuttig om partijen in te studeren en mee te zingen en ook voor het leren zingen van intervallen: je neemt het keyboardje opschoot, speelt secundes, tertsen, kwarten enzovoorts en zingt ze na. Daarna alleen de eerste nootspelen en jezelf opdrachten geven: 'nu zing ik een grote secunde bovenop deze toon' etcetera.

Als je geen noten leest, is dit Casio keyboard een goeie start om het toch te leren en er achter te komen dat de taal van de muziek helemaal geen Chinees is. Je kunt wat tokkelen, geluiden uitproberen.

En dit Casio keyboard was maar € 43!
Maar als je verder wilt gaan dan dat, zet je keyboard dan op je bureau naast de computer, zoek op Youtube op 'how to play...' en tik in 'piano' of 'keyboard' of 'how to read notes' of 'how to play', voor een liedje dat je wilt leren spelen. Er is zo'n schat aan informatie op Youtube.


Waarschuwing: verslavend. Je bent zo uren verder. Vandaag nog vanaf Youtube mooie extra partijen voor arrangementjes zitten noteren die straks door La Chorale de Cazals gezongen gaan worden. En volgend jaar juni door de vakantiezangers van de Zangvakanties 2015. Als dat geen mindfulness of flow is...

Okee, ik ben ontzettende reclame aan het maken voor Casio, maar echt... Zo veel lol voor een paar tientjes. Ik wens je veel plezier!

donderdag 28 augustus 2014

Movie and Hamburger Night in de Dordogne! (met recept)



Gehakt half-om, de schrik van de Franse slager. Maar goed, deze week zijn wij bij moeders in Nederland dus geen scrupules. Waar Thierry de slager van Cazals weigert om half varken, half rund door de molen te halen (lees hier waarom), bestellen wij het kant-en-klare spul omdat het zo lekker smeuiig is en maken er hamburgers van.
Of je eet er zelfgemaakte saus of ratatouille bij.
De beste hamburgers worden gemaakt door de Amerikanen, die hun geheimen eventueel met je willen delen. Melvin en Barbara-Sue, bij wie we met enige regelmaat worden uitgenodigd voor een steeds weer onvergetelijke dinner-and-movie night, lichten desgevraagd een tipje van de sluier op. Zij gebruiken rundergehakt, ei, uien, broodkruim, Spanish olive oil, een mengsel van kruiden dat ze van hun geboortegrond California meenemen en het geheime wapen: liquid smoke. What?! Echt waar, ik verzin dit niet. Het effect is verrukkelijk. De echte BBQ taste en dat allemaal uit een potje. Het verhaal achter liquid smoke (iets met een kruidenkelder die in de brand vloog en condens op de hanenbalken) is te lang en te leuk om het van mij te horen dus ga straks even op Google.

Liquid smoke is te koop via het internet maar ook zonder kun je best lekkere hamburgers maken. Vooral wanneer je zoals wij nu de keuken van moeders tot de beschikking hebt. Ze heeft in de koelkast allemaal dingen die ik nooit aanschaf, zoals extra scherpe mosterd van Kühne, tomatenketchup en terri-yaki-honing. Ik wist niet eens dat het bestond.
Als je voor de dinner-and-movie night gaat: stream een mooie filmhuisfilm – wij kregen O Brother Where Art Thou met veel muziek, bizarre scènes en George Clooney – neem per drie personen 400 gram gehakt (puur rund is natuurlijk toch het meest echt, slager Thierry heeft immers altijd gelijk), geef je gasten champagne en meng door het vlees: 

-          1 ei
-          dessertlepel mosterd
-          dessertlepel tomatenketchup
-          dessertlepel terri-yaki-honing of sojasaus
-          zout naar smaak
-          versgemalen peper
-          een half uitje
-          een eetlepel olijfolie
-          drie eetlepels paneermeel

Alles goed doorkneden, geef je gasten pistachenootjes en chips en nog wat champagne, maak van het doorgeknede mengsel niet al te achterlijk grote burgers, olijfolie heet laten worden in de koekepan en de burgers erin bruin bakken. Bak eventueel uienringen mee.
Dien de burgers op met een groene salade of zoals Melvin en Barbara-Sue doen. Zij zetten het volgende op tafel en laten ieder zich bedienen:
1.       hamburgerbroodjes
2.       een bak groene sla en rucola
3.       een bakje tomatenschijfjes
4.       een schaaltje augurken
5.       potten mayo, ketchup, mosterd en curry
6.       een bakje ringen van de rode ui
7.       een mega-bak cole-slaw oftewel koolsla
Als iedereen uitgegeten is, zet ze voor de teevee, zoek je film op en laat walnotenijs met chocoladesaus aanrukken. Maak het niet al te laat en serveer tussendoor groene thee, zodat je gasten nog een kans op wederopstanding hebben, het misschien redden om thuis te komen en de volgende dag opbellen om te zeggen: That was so fun!

Meer recepten: konijn met mosterd en sojasaus | kip met kweepeer of appel | groene salade met zonder brandnetels | Wiener Schnitzel | spinazie op z'n Italiaans | gevulde groenten | salade gourmande | gevulde kip | zomerse pasta met gerookte forel